" Orfeo "

De eerste Orfeo castraat Gaetano Guadagni (1762)

" Orpheus et Euridice "

Pauline Viardot was de eerste Orphée in de Parijse versie van Berlioz 1859

" Orphée ed Euridice "

Mina Bolotine als "Orfeo " 1942 zij zong de eerste Nederlandse versie 1941 foto: Operabillia

" Orphée ed Euridice "

Rita Gorr als " Orphée " (1952)

" Orfeo "

Kathleen Ferrier als " Orfeo " (1949)

" Orphée (Orfeo ed Euredice) "

Orfeo ed Euredice (Gluck) galavoorstelling 8 maart 1970 met Lia Rottier, Rita Gorr en Hilda De Groote tijdens de directieperiode Karel Locufier.

Opera van Christoph Willibald von Gluck in drie bedrijven en vijf tonelen.

Libretto van Raniero de Calzabigi

Inleiding.

" Orfeo " was Glucks vierentwintigste Italiaanse opera. Er zouden er nog acht volgen voor zijn Franse periode begon. Onder deze vele werken die men nog zelden op het podium brengt, zijn er toch een tweetal die zeer veel invloed gehad hebben in de ontwikkeling van Mozart bij het componeren van zijn " Il Pastore " en " La Clemenza di Tito " want Mozart gebruikte spreekwoordelijk Glucks tekstboeken voor deze twee werken. Gluck bracht zijn " Orfeo " het eerst in Wenen in 1762 in het Italiaans met in de hoofdrol de beroemde castraat Gaetano Guadagni als Orfeo. Hij bewerkte zijn opera voor de Franse podia te Parijs twaalf jaar later in 1774 dan met de tenor Joseph Legros. Deze Franse versie werd later terug herwerkt door Berlioz en in 1859 ging de première door te Parijs. Hier is de traditie ontstaan in Frankrijk de hoofdrol door een contralt en later nog een mezzosopraan te laten zingen. Daar Berlioz goed bevriend was met de Spaans-Franse contralt Pauline Viardot-Garcia nam zij de rol van Orfeo voor haar rekening. Viardot was de jongere zuster van de flamboyante diva Maria Malibran die in 1838 te Londen was verongelukt. Dit zou meer dan honderd jaar een traditie blijven waardoor deze Franse versie menige grote alten en  mezzo-sopranen  op de planken bracht. Na deze legendarische Viardot, komen we Maria Gay, de Gentse Irma Lozin, Louise Homer, Alice Raveau, Germaine Feraldy, Jany Delille, Kathleen Ferrier, Erna Berger, Rita Streich, Dame Janette Baker, Stich-Randall, Mina Bolotine zij bracht een eerste Nederlandse versie in 1941 te Gent en Antwerpen en Rita Gorr. 

In Italië bleef de traditie van de tenor gelden zoals Benjamino Gigli, Tito Schipa, maar ook Belgische tenoren werden een traditie te Brussel aan de Munt met Fernand Ansseau en Joseph Rogatchewsky tussen de jaren 1930 en 1939 van de vorige eeuw. Later nog in de tweede helft van de 20 ste eeuw werd er in Duitsland een bariton voor deze rol gekozen nl. Dietrich Fischer-Dieskau en Herman Prey werden de vertolkers van deze rol van Orfeo. 

Nu is er terug een tendens deze rol door een contratenor te laten zingen, omdat men er van uitgaat dat dit het dichtst de oerversie van Glucks werk benadert. Dit begon in de jaren zeventig van vorige eeuw met de vertolking door onze beroemde Gentse contratenor René Jacobs en nu met Max Emanuel Cenic en Philippe Jaroessky deze twee laatsten zijn nu de toppers van de jongste generatie. 

" Orfeo ed Euredice " vormt eigenlijk de overgang naar een nieuwe Italiaanse operastijl en passen in Glucks ideeën om de traditionele opera seria stijl te hervormen naar een eenvouderiger operavorm waar het verhaal niet achtergesteld wordt op de muziek en dans. Deze operahervormingen  sloegen zeer aan bij de jongere componisten uit die tijd zoals Mozart maar ook bij Beethoven met zijn " Fidelio ".

Rolverdeling.           Stem.          Cast 1762.         Cast 1774.

Orphée (Orfeo)- castraat-alt-tenor-contratenor -- Gaetano Guadagni -------------Joseph Lefgros 

Amore ( Amoure-cupido) - lichte sopraan of soubrette - Maria Bianchi  ---------- Sophie Arnould 

Euredice ---------------------sopraan --------------------Lucia Claverau -------------Rosalie Levameer

Tijd: Griekse oudheid. 

Akt. 1

Orfeo staat bij de graftombe van zijn vrouw Euredice, omgeven door haar nimfen en herders. Orfeo stuurt de andere aanwezigen weg en bezingt zijn verdriet om Euredices heengaan in de (aria: " Chiamo il mio ben " / " Objet de mon amoeur "). Dan verschijnt Amore ( cupido) ten tonele en vertelt dat hij zijn vrouw terug kan winnen door haar in de onderwereld te gaan halen. De enige voorwaarde is dat hij haar niet mag aankijken tot dat ze terug op aarde zijn aangekomen. Orfeo neemt dit advies ter harte en begint zijn tocht naar de onderwereld.

Akt. 2

Orfeo arriveert in een droog rotslandschap, waar hij de Furiën ontmoet die aan het dansen zijn (ballet: " De Furiëndans ") Ze weigeren hem de toegang tot de onderwereld en waarschuwen hem voor Cerberus de bewaker van de toegangspoort. Orfeo smeekt hen om genade in de (aria: Deh placatevi com me " / " Laisser vous toucher par mes pleurs ") en uiteindelijk geven ze toestemming, zodat Orfeo de Elysese velden bereikt, dit blijkt een verbijsterend schoon landschap te zijn. Hij vraagt de geesten die hij tegenkomt om hem bij Euredice te brengen en aan het einde van de akte vindt hij haar. 

Akt. 3

Euredice is blij dat ze terug kan naar de aarde. Orfeo weigert haar aan te kijken vanwege opgelegde beperkingen waaraan hij zich verbonden heeft om haar terugkeer mogelijk te maken. Euredice begrijpt zijn houding niet en probeert steeds opnieuw van oogcontact met hem te krijgen. Uiteindelijk concludeert ze dat hij niet meer van haar houdt en ze weigert om nog verder te gaan. (duet: " Vieni, appaga il tuo consorte " / " Viens, suis un époux qui t'adore ") Orfeo kan dit niet langer meer aanhoren. Als hij Euredice aankijkt sterft ze onmiddellijk. Orfeo is de wanhoop nabij en zingt hier zijn beroemde ( aria: " Che faro senza Euridice ? " / J'ai perdu mon Euredice ") . In het daaropvolgende recitatief beslist hij zelfmoord te plegen om zo terug bij zijn Euredice te kunnen blijven. Hier komt Amore tussenbeide die zegt dat de liefde gewonnen heeft. Hij raakt nu Euredice aan en zij staat terug levend op. De opera wordt besloten met een ( trio: " Trionfi Amore" / " L'amour triomfe ") . Het toneel verandert nu in een tempel der liefde. Er wordt hulde gebracht aan de liefde door een ballet en een triomfgezang. 

Historische achtergrond.

In de barokperiode vanaf Monteverdi in 1600 tot na de Bachperiode in 1750 hadden  tal van barokcomponisten dit onderwerp verwerkt in een opera om op de planken te brengen met wisselend succes todat Francesco Algaroti een Italiaanse romanschrijver en essayist in 1755 een essay publiceerde dat Gluck zijn aandacht trok en dus voor hem een inspiratiebron was om te werken aan een nieuwe operastijl. Algaroti drong in zijn essay aan om namelijk een sterk vereenvoudigde vorm van operaseria te introduceren die er moest voor zorgen dat het verhaal even waardig te maken aan de muziek en dans. Dit paste volledig  bij de reformistische gedachten- gang van Gluck. " Orfeo ed Euridice " was oorspronkelijk geschreven in de stijl van een Italiaans librettist, maar toont ook veel overeenkomst met de Franse opera van toen. Na de eerste voorstelling in 1762 paste Gluck zijn werk zelf aan om nog meer op de Franse opera te gelijken aangezien hij voor een productie stond voor Parijs, dit wordt de start voor Glucks Franse periode.

Historische uitvoeringen.

De eerste opvoering was dus op 5 oktober 1762 aan het Burgtheater in Wenen ter gelegenheid van de naamdag van Keizer Frans I van het Heilige Roomse Rijk. De choreografie was onder de leiding van Gasparo Angiolini. De rol van Orfeo werd gezongen door de toen beroemde castraat Gaetano Guadagni. Na enkele voorstellingen verdween de opera van de planken zoals zoveel opera's in de barokperiode, tot 1769. Maar in Londen had er in 1770 een merkwaardige opvoering plaats in de herbewerking van een zoon van Bach, namelijk Johan Christian Bach die de opera in een geheel nieuw kleedje stak.

Gluck zelf herwerkte zijn opera geheel opnieuw voor een productie te Parijs die op 1772 terug op de planken kwam 12 jaar na de première van Wenen. In Parijs ging de première door in de tweede zaal de "Palais Royal " deze tweede versie heette nu " Orphée et Euredice " Het Franse libretto was een vertaling uit het Italiaans door Pierre Louis Moline. Gluck herschreef zijn muziek en paste de partituur aan voor de rol van Orfeo van castraat naar een contratenor. Er kwam voor Parijs ook een extra ballet bij " Dance de Furies "

De Berlioz versie van 1859.

Toen het in de tweede helft van de negentiende eeuw steeds maar moeilijker werd de rol van Orfeo door een castraat of een hoge tenor te laten zingen, omdat deze stemmen aan het verdwijnen waren, werd aan Hector Berlioz, die toen de expert was in Frankrijk op het gebied van Gluck zijn muziek, gevraagd om een nieuwe orkestratie te maken en de rol aan te passen voor een nieuwe stem: de contralto. Het was Giacomo Meyerbeer die de contralto Pauline Viardot-Garcia voorstelde om de rol van Orfeo te laten zingen. Berlioz was een goede vriend van Viardot en zo was zijn besluit vlug genomen. Berlioz bereidde zich voor met de stem van Pauline Viardot in gedachten, en paste de rol van Orfeo aan. De première ging van start op 18 november 1859 in het "Théâtre Lyrique " , met Viardot in de hoofdrol, Marie Sasse als Euredice en Marie Ernestine Marion als L'Amour alles onder de leiding van Adolphe Deloffre. De productie had danig succes dat er 138 voorstellingen werden opgevoerd. Berlioz had de Italiaanse en Franse versie van Gluck gecombineerd. In de loop der geschiedenis zouden er nog tal van nieuwe bewerking komen tot ver in de 20 ste eeuw. De meest spectaculaire versie vind ik die waarin de rol van Orfeo herschreven werd voor een bariton in Duitsland. Dietrich Fischer-Dieskau en Herman Prey waren de twee baritons die deze rol vertolkten in Duitsland én in het Duits.

Orfeo en de hervormingen.

Deze opera was de eerste van Glucks opera's waar hij zijn ambitie om de opera seria te hervormen heeft waargemaakt. Gluck speelt met de traditionele Italiaanse regels. Dacapo aria's verdwijnen, in plaats daarvan gebruikt hij de strofische vorm, waarbij elk couplet wordt geschakeld met een dramatisch recitatief, dit wil zeggen " stromentato ", de stem wordt hier begeleid door een deel van het orkest in plaats van door een basso continuo. De Italiaanse operaconventies worden genegeerd ten gunste van de acties en de dramatische impulsen. De complexe verhaallijn wordt zo sterk vereenvoudigd. Gluck was ook beïnvloed door de voorbeelden van de " Franse tragédies en musique ", in het bijzonder naar het voorbeeld van Rameau. De opera bevat ook een groot aantal expressieve dansen zoals zijn Franse voorbeelden. Het openen van het drama met een koor rouwend over de hoofdpersonages is zeer vergelijkbaar met wat gebruikt werd in Rameau's " Castor et Pollux " (1737). De rol van Orfeo vraagt om een bijzondere begaafde acteur zodat de strofische " Chiamo il mio ben cosi " niet saai wordt, en zodat tragische invoer kan worden gegeven aan zowel deze aria als aan " Che fato senta Euredice ", die allebei gebaseerd zijn op harmonieën die niet overduidelijk treurig van aard zijn. De eerste Orfeo " Gaetona Guadagni " was een bijzonder goed acteur die in Londen opleiding had gevolgd bij de Shakespeariaanse acteur David Garrick. De hervormingen van Gluck, die begonnen met Orfeo et Euridice, hebben gedurende de hele geschiedenis van de opera een belangrijke invloed gehad. Glucks idealen beïnvloeden sterk de werken van Mozart, Wagner en Weber. Bij Wagners " Gesamtskunstwerk " zijn " Ring " is de visie van Wagner beïnvloed door die van Gluck. Die veranderingen die Gluck invoerde vormen duidelijk de schakel van de barok naar de klassieke periode in de muziek van zijn tijd.

Histtorische opvoeringen in de lage landen. 

In Nederland heeft de Gentse mezzosopraan Irma Lozin (1870-1954) de rol van Orfeo gezongen bij de oude Nederlandse Opera in het speelseizoen 1909/10 . Ze zong als gast in Gent tussen 1912 - 1914 na de WO I liep haar zangloopbaan op zijn einde en ging ze zich terug vestigen in Gent. In Brussel waren het de tenoren Joseph Rogatchewsky en Fernand Annsseau die deze rol tussen 1930 en 1939 zongen.

Te Gent vinden we al heel vroeg een eerste voorstelling van " Orfeo ed Euredice " van Gluck op 31 januari 1780 de Parijse versie van 1674 met in de hoofdrol H.Petit onder de leiding van I.Vitztumb. In 1785/86 waren er hernemingen met dezelfde bezetting. In 1810/11 met als Orfeo Defossés, in 1829/29 met Adolphe Nourrit (tenor). In huidige grote schouwburg  in 1897 reeds met drie vrouwen in de hoofdrollen Dresse als Orfeo, Myrial als Euridice en Packbiers als l'Amour. In 1927 met Plato als Orfeo, Forcade als Euredice en Francine als l'Amour.

In 1941 werd deze opera voor het eerst in het Nederlands uitgevoerd met Mina Bolotine als Orfeo An Bauters als Euredice en Paula Ost als l'Amour. Dit werd nog eens overgedaan in 1945 terug met Bolotine in de hoofdrol maar nu met Yvonne Ysaye als Euredice en Andrea Nevry als l'Amour. Dan was er nog de voorstelling in het kader van het Festival van Vlaanderen in de Passificatiezaal van het stadhuis in 1965 met in de hoofdrollen Töpper als Orfeo, Stich-Randall als Euredice en Steffek als l'Amour. De jongste herneming was in maart 1970 met Rita Gorr als Orfeo, Lia Rottier als Euredice en Annie Frantz als l'Amour met dit gezelschap was er nog een gastvoorstelling te Luik in november 1970 maar nu met Hilda De Groote als l'Amour, onder de leiding van Jef Nachtergaele, met het ballet van Vlaanderen met als choreograaf André Leclair.

Discografie en Cinégrafie . 

Van de versie van 1762 zijn er 58 volledige opnames beschikbaar:

1) 1940 de oudste onder Erich Leinsdorf aan de Metropolitan met Kerstin Thorburg, Jarmila Novotna en Marita Farell op compact disc Walhall WHL 332( 2CD's)

2) 1947 onder Fritz Stiedry met Southern " Philharmony Orchestra " Melbourne met  Kathleen Ferrier, Ann Ayaes en Zoë Vlachopoulou op Decca compact disc; Decca 417 132-4.

3) 2011 onder René Jacobs met het orkest - " Freiburger Barokorchester " met Bernada Fink, Veronica Cangemi en Maria Christina Kiehr op CD Harmonia Mundi France HMC 901742/43 ( 2CS's ) .

4) Op DVD 2008 onder Thomas Hengelbtock met Balthazar-Neumann ensemble, met Elisabeth Kulmann, Svetlana Doneva en Hélène Guilmette op DVD Encore DVD 3254( 2008). 

Van de versie van 1774 zijn er 23 volledige opnames beschikbaar:

1) 1935 onder Henri Tomasi met " l'Orcherstre Symphonique Paris " met Alice Raveau, Germaine Feraldy, Jong Delille  op Black Disc Pathé PDT 20-27 ( 8x 78s)

2) 1960 onder Charles Bruck met het radio orkest " Lyrique " met Rita Gorr, Nadine Santereau,en Edith Selig. Op Blackdisc Lp hoogtepunten " Chant du Monde LDC 78813 (1Lp)

3) 2004 op DVD onder Amaury du Closel met Sylvie Sulle, Sophie de Segur en Isabelle Paulenard op DVD Five Tone 90027 (2005)

Hieronder vind je drie totaal verschillende topversies van deze opera. De vertolkers zetten allen een topprestatie neer van wereldniveau. 

" Orfeo ed Euridice " Glyndelbourne Festival 1982

" Orfeo ed Euredice " van Gluck een klassiek opgevatte voorstelling tijdens het Glyndelbourne Festival 1982 Festival met " The Londen Philharmonic onder Raymond Leppard. Met Dame Janet Baker als Orfeo , Eilsabeth Speiser als Euridice en Elisabeth Gale als Amore.

" Orfeo ed Euridice " à la " 21 ste eeuw "

Een heel moderne Franse Berlioz versie van 1859 in de 21 ste eeuw aan het " Théâtre Musical de Paris- Châtelet " met het Monteverdi Choir. Met Magdalena Kozena als Orfeo, Madeline Bender als Euridice en Patricia Petibon onder de musikale leiding van Sir John Eliot Gardner opname 2000.

" Orfeo ed Euridice " historische opname met Rita Gorr 1960

Prachtige volledige opname van deze opera 1960 in een Franse Versie naar Hector Berlioz. De diamontage geeft tevens een mooi overzicht van de carrière van deze Gentse Diva Rita Gorr (1926-2012) . Deze top Diva heeft en bijna zestigjarige podium loopbaan gepresteerd. Zij is gestopt op 2007 op 81 jarige leeftijd haar laatste optreden was te Antwerpen en Gent in de opera " Pique Dame " van Peter Tsjaikowsky.

Merkwaardige Duitse versie van " Orpheus und Eurydike " 1962

" Orfeus " wordt hier gezongen door de Duitse bariton Herman Prey. De aria " Ach , ich habe sie verloren ... " , klinkt zo mooi met zijn warme bariton stem dat ik dit niet fout kan vinden.