" I Masnadieri "

Opera van Verdi in vier akten en negen tonelen.

Libretto van Andrea Maffei naar Schillers " Die Räuber "

Inleiding.

Deze merkwaardige en vrijwel onbekende opera van Verdi was speciaal voor Londen geschreven en gecomponeerd. Reeds in 1842 waren er contacten gelegd door Benjamin Lumley manager van Her Majesty's Theatre waar de Italiaanse opera's gewoonlijk werden opgevoerd. Drie jaar later dus in 1845 zou " Ernani " Verdi's eerste Britse productie worden die geweldig door het publiek werd ontvangen. Verdi had zijn nieuwe opera " I Masnadieri " gepland voor 1846. Verdi had in die tijd gezondheidsproblemen en de première werd uitgesteld tot 1847. Terwijl hij herstellende was, heeft hij samen met zijn vriend Andrea Maffei het libretto bewerkt naar Schillers drama " Die Räuber ". Verdi was oorspronkelijk van plan om " I Masnadieri " tijdens het carnaval van 1847 in Florence in première te laten gaan en Macbeth een jaar later in Londen. Er bleek echter in Florence geen geschikte tenor beschikbaar voor de rol van Carlo, zodat Verdi besloot om eerst Macbeth in Florence te laten doorgaan, en vervolgens " I Masnadieri " voor Londen te reserveren. Eind mei 1847 vertrok Verdi naar Londen. Op de orkestratie na, die hij tijdens de repetities af wilde werken, was de opera af. De bezetting voor de première  voldeed aan de hoogste internationale eisen. De coloratuur sopraan Jenny Lind werd geëngageerd voor de rol van Amalia.

Op de première waren ook Koningin Victoria en Prins Albert, samen met de Hertog van Wellington aanwezig en verder de ganse Britse aristocratie. Verdi werd bereid gevonden het orkest te dirigeren tijdens de première wat een eclatant succes betekende met schitterende kritieken in de pers. Dit succes werd bij de volgende voorstellingen niet meer herhaald mede door het moeilijke libretto.

Rolverdeling                              Stem                             Eerste Cast

Massimiliano graaf ------------------------------- bas ---------------------------------- Luigi Lablache

Carlo zoon van de graaf ------------------------- tenor -------------------------------- Italo Gardoni

Francesco jongere zoon ------------------------- bariton ----------------------------- Filippo Coletti

Amalia nicht van de graaf ---------------------- sopraan --------------------------------- Jenny Lind

Moser een priester ------------------------------- bas ---------------------------------- Lucien Bouche

Rolla roverhoofdman  ----------------------------bariton ---------------------------------- onbekend ?

Plaats: Duitsland

Tijd: Tussen 1755 en 1757

Akt 1.

1° Toneel: een herberg ergens bij de grens van Saksen.

Carlo verliet het ouderlijk huis, maar wilde terugkeren bij zijn familie, en dan  vooral bij zijn Amalia, zijn geliefde (aria: Omio castel,paterno ). Hij wacht op een antwoord van zijn vader op een brief waarin hij hem vergeving vraagt. Rolla en zijn rovers komen met het verlangde antwoord van de graaf. Carlo's vreugde verandert in verdriet en gaat over in woede ( aria: Nell'argilla maledetta ) als hij merkt dat de brief niet van zijn vader, maar van Francesco is die waarschuwt niet naar huis te komen, en dat zijn vader Carlo niet wil vergeven  maar wil straffen en hem gevangen zetten. Carlo zweert zijn vroegere leven af en legt de eed af om bij zijn nieuwe kameraden de rovers te blijven. Ze kiezen hem zelfs als leider.

2° Toneel: kamer in het kasteel van de graaf.

Francesco feliciteert zichzelf met het feit dat hij de brief aan zijn vader heeft onderschept, wetende dat Massimiliano Carlo zeker zou vergeven hebben. Nu staat alleen nog de oude besluiteloze graaf tussen Francesco en de titel en het landgoed van de familie. Hij heeft een plan beraamd om de dood van zijn vader te bespoedigen. (aria: La sua Lampada vitale) Hij dwingt Armino, een dienaar van het kasteel, om zich te vermommen als een soldaat die net is aangekomen met het tragische nieuws van Carlo's dood en zingt een ( cabaletta : Tre mate, o miseri ).

3° Toneel: de slaapkamer van de graaf.

Amalia waakt over de wegkwijnende graaf. Beiden denken met veel warmte terug aan de verdwenen Carlo. (aria: Lo s'guardo avea degli angeli.) Francesco brengt de vermomde Armino de kamer binnen , om het tragische nieuws te laten melden dat Carlo dodelijk gewond raakte tijdens de slag bij Praag. Zijn laatste daad was dat hij met zijn eigen bloed schreef op zijn zwaard dat Amalia met Francesco moest trouwen. Amallia vlucht hysterisch weg en een jubelende Francesco blijft achter.

Akt.2

4° Toneel: een kerkhof bij het kasteel.

Er zijn enkele maanden voorbijgegaan na de vorige scène en Amalia bidt bij het graf. (aria Du del mio Carloal snee ) In de verte horen we geluiden van een feestelijk banket van Francesco, de nieuwe graaf. Armino door  overmand door schuldgevoelens en door het aandeel in Francesco's verdorven intriges en hij benadert Amalia. Hij heeft nog net de tijd te onthullen dat zowel de graaf als Carlo nog in leven zijn. (cabaletta Amalia : Carlo Vive? O cara eccento) . Zij worden gestoord door de komst van Francesco, Armino is genoodzaakt te vluchten. Francesco is op zoek naar Amalia om haar ten huwelijk te vragen. Haar minachtende weigering maakt hem woedend en hij wordt handtastelijk, Amalia doet alsof ze van gedachten is veranderd en omhelst hem zodat ze zijn dolk kan grijpen en hem van zich afstoten alvorens het bos in te vluchten.

5° Toneel: een open plek in het bos.

De rover Rolla is in Praag gevangen genomen en de rovers wachten op de terugkeer van hun leider Carlo die Rolla is gaan redden. De ontsnapping is gelukt, Carlo is er in geslaagd de stad voor een groot deel plat te branden, zodat gewapende burgers hem nu achtervolgen. Carlo maant zijn bende aan om dapper te vechten.

Akt. 3

6° Toneel: terug de open plek in het bos.

De rovers zingen over het plezier dat ze beleven met hun criminele activiteiten. Ze zijn in hetzelfde bos als Amalia. Amalia slaagt er niet in haar geliefde te herkennen wanneer hij haar benadert . Carlo onthult zijn identiteit zonder de aanwezigheid van zijn kameraden , en er volgt een vreugdevolle hereniging. Carlo is vervuld van afschuw over de mislukte poging van zijn broer om Amalia te verleiden.

7° Toneel :een andere plaats in het bos van Beieren.

Armino benadert enkele ruïnes in de buurt. Carlo hoort daar een stem, en vindt zijn uitgemergelde vader Massimiliano. Die herkent zijn zoon niet, maar vertelt hem hoe Francesco geprobeerd heeft hem te begraven nadat hij was flauwgevallen nadat hij van Carlo's dood was ingelicht. (aria: Un ingrato tre  line or saranno) Gelukkig slaagde Arminio er in hem te redden en deze houdt hem verborgen in de ruïnes. Carlo verlaat zijn vader om met zijn  bende het kasteel te bestormen en zij  broer gevangen te nemen.

Akt. 4

8° Toneel: een kamer in het kasteel.

Francesco ontwaakt uit een verschrikkelijke nachtmerrie over zijn gruwelijke daden.( aria: Paremi che sorto de lanto convito)  Hij ontbiedt de plaatselijke priester maar die weigert hem de absolutie te geven voor zijn afschuwelijke daden. Op dat moment stormen de rovers binnen, en Francesco vlucht ondertussen zwerend dat hij zelfs de vuren van de hel zal weerstaan.

9° Toneel: terug een open plek in het bos.

Massimiliano treurt nog altijd voor de dood van Carlo, hij herkent de man die voor hem staat nog steeds niet als zijn zoon . Hij zegent de onbekende vreemdeling voor het redden van zijn leven. De rovers melden de ontsnapping van Francesco. Dit bevalt Carlo wel omdat hij zijn leven wil veranderen. Dan wordt Amalia in de open plek gebracht door de rovers, die haar gevonden hebben. Carlo is nu wel genoodzaakt zijn rol als rovershoofdman aan zijn vader en Amalia te bekennen. De graaf uit zijn ongeloof, afschuw en wanhoop, maar Amalia verklaart hem nog altijd lief te hebben, en dat zij bij hem wil blijven. Hij kan niet toestaan dat de vrouw die hij lief heeft in deze wereld van schande en verloedering wordt meegesleurd, hoewel hij zich niet aan zijn lot kan onttrekken. Hij besluit dat deze paradox alleen kan opgelost worden door hun beider dood.

Historische opvoeringen en opnames.

Leo Riemens schrijft in zijn " Groot Operaboek " in de uitgave van 1959 dat hij van deze merkwaardige vrijwel onbekende opera van Verdi, speciaal voor Londen gecomponeerd,  geen enkele opvoering van deze opera heeft kunnen ontdekken laat staan er opnames van te vinden zijn. Toen bestond nog geen internet informatie. Ik heb dus veel meer infotmatie ter beschikking van vijftig à zestig jaar geleden. Er zijn tussen 1951 van de allereerste opnames tot op heden 18 volledige opnames gevonden. Al of niet live opnames of videofilms op DVD. Toen Leo Riemens zijn boek schreef, bestond er dus wel reeds een eerste volledige opname in 1951 aan de Rai Milano onder leiding van Alfredo Simonetto. Andere bronnen geven als eerste opname deze aan van het Theatro dell'opera di Roma onder de leiding van Giandrea Gavazzeni in 1972. Nochtans bestaan er nog vroegere van 1969 en 1971. Dit kan afhankelijk zijn vanaf wanneer ze op plaat uitgegeven zijn. Ik ga hier een selectie maken van de voor mij meest merkwaardige uitvoeringen met historische waarde.

1) 1951 op dubbel LP met Sesto Bruscantini, Ralph Lambert, Renato Capechi, Adriano Geurini, Angelo Mercuriali, Dario Caselli, Gulio Scarinai en Dir.Alfredo Simonetto, koor en orkest: Rai Milano. ES Smith " De gouden eeuw van de opera  " EJS 204 (2 LP's)

2) 1969 met Carlo Cava, Renato Cioni, Lianio Montefusco, Luisa Maragliano, Dino Formichini, Granziano Del Vito, Valiano Notali, Dir.Ricardo Miti, koor en orkest : Maggio Musicale Firenze Hunt HM5802 (2 LP's) - Arkadia HP 5802 ( 2 CD's)

3) Een derde merkwaardige opname in 1972 met Boris Christoff, Giarmi Taimondi, Renato Brusson, Ilva Ligabue, Gianipaola Corradi, Giovanni Foianen Mario Talba , Dir. Gianandrea Gavazzeni koor en orkest Theatro dell' Opera di Roma. Audio CD opera D'Oro cat:OPD1346

4) Nog een mooie versie in 1975 onder Lamberto Gardelli met Ruggero Raimondi, Carlo Bergonzi, Piero Cappucilli, Montserat Cabale, John Sandor, Maurizio Mazzierri en William Elvin. Koor en orkest New Philharmonia Orchestra en de Ambrosian Singers. Audio CD Philips Cat: 4758703 en op LP Philips 6703064 ( 3 LP's)

5) In 1982 vinden we eigenlijk twee mooie opnames:

    a) Opera house Zürich onder leiding van Nello Santi met Richard Cuztin, Vasile Moldoveano, Ivan Canaro en Christina Deutekom, op Audio CD Première opera CDM 1953-2 (2 CD's) uitgave 2005

    b) Met Samuel Ramey, Franco Bonisolli, Matteo Mnuguerra, Joan Sutherland Dir. Richard Bonynge, koor en orkest Welsh national Opera. Audio CD- Decca cat:433.854-2

6) 1998 aan de Covent Garden onder de leiding van Edward Downes met Carlo Colmbara, Franco Farino, Dmitri Hvorostovsky, Paula Delligatti, Robin Leggato, Julian Konstantinov, Gerard Quinn. Audio CD - Huis van de opera (2 CD's)

7) Als laatste opvallende opname terug aan de Covent Garden in 2002 onder terugonder de leiding van Edward Downes met Rene Pape, Franco Farino, Dmitri Hvorostovsky, Paula Delligatti, Edgaras Montvidas en Eric Halfvarson, Grant Doyle : CD - Live rare opera (ongenummerd 2 CD's)

Opmerking: Al deze opnames zijn terug te vinden op de online catalogus van " Hyperlink Clorlink.HTM "

Zoveel digitale opnames er te vinden zijn, zo weinig opvoeringen zijn er te vinden in de lage landen. Deze opera blijft in de Benelux nog altijd een niet ontgonnen gebied.

" I Masnadieri " producti San Carlo 2012

" I Masnadieri " van Verdi in een productie van San Carlo in 2012 met Giacomo Prestia, Aquiles Machado, Artur Rucinski, Walter Amaggio, Dario Russo, en Massimilano Chiarolla allen onder de leiding van Nicola Luisotti.

" I Masnadieri " van Verdi productie Opera van Zürich

" I Masnadieri " pruductie opera Santiago 2008

Roberto Aronica als Cerlo in de opera " I Masnadieri " aan de opera van Perma 2013

Nog een scène uit " I Masnadieri " in uitvoering aan de opera van Parma met Roberto Aronica in de rol van Carlo 2013

  • Luigi Lablache bas 1794-1858

    Biografie.

    Geboren te Napels op 6 december 1794 en daar overleden op 23 januari 1858.
    Zijn vader Nicolas Lablache was een Frans koopman en zijn moeder een Ierse. Luigi is muziek beginnen studeren, eerst viool en later contrabas. Hij zong in een koor als alt en na zijn stemverandering heeft hij zich ontwikkeld tot bas. Een van zijn medestudenten was Piero Maroncelli. Zijn eerste optredens vonden plaats aan het bescheiden theater San Carlo te Napels.
    In het begin heeft hij tal van kleine en vooral bufforollen vertolkt. Hij was een groot talent en algauw volgden aanbiedingen voor grotere podia aan toonaangevende operahuizen in Italië. Aan de Scala van Milaan debuteerde hij in de rol van Dandini in Rossini's " La Cenerantola ". Verder trad hij op in opera's van Mercandante, Meyerbeer, Carlo Coccia en maakte furore in de rol van Don Bartolo in Rossini's " Il Barbieri di Sevillia ".
    In 1824 zong hij ondermeer het "Requiem van Mozart op Beethovens begrafenis. Hij werd uitgenodigd om in Londen op te treden aan His Majesty's Theatre in 1830 om Gerinimo te vertolken in " Het geheime huwelijk " van Domenico Cimarosa. Hij vertolkte ook de wereldpremière van Verdi's " I Masnadieri " aan de zijde van Jenny Lind in 1847. In 1852 zong hij ook te Sint-Petersburg. Tot 1858 trad hij ook nog regelmatig op te Parijs. Hij werd ook gelauwerd te Londen voor de vertolking van Leporello in " Don Giovanni " van Mozart. Hij was zelfs een poos de zangleraar van koningin Victoria. Frederick Lablache zijn oudste zoon was ook een zanger en zijn dochter trouwde met de pianist Sigismund Thalberg.
    In de zomer was hij voor enkele maanden in Sint-Petersburg aan het hof van Alexander II, toen hij begon ziek te worden. Toen de diagnose een ongeneeslijke ziekte aan het licht bracht, vroeg hij aan de Keizer of hij met pensioen mocht gaan. Hij werd nog benoemd tot " Zanger van de Tsaar " en hij werd ook nog gelauwerd in de " Orde van St.-Andrew ". Hij trok terug naar Napels om er zijn leven te beëindigen en stierf er in 1858.

  • Italo Gardoni tenor 1821-1886

    Biografie.

    Geboren op 12 maart 1821 en overleden op 26 maart 1886.
    Gardoni was een toonaangevende tenor van zijn generatie in Italië. In het midden van de 19° eeuw zou hij een grote internationale carrière uitbouwen. Samen met Giovanni Mario, Gaetano Franschini, Enrico Tamberlik en Antonio Guilini, was hij één van de meest gevierde Italiaanse tenoren van zijn tijd.
    Zijn stem was niet groot maar zeer zuiver en zonder storende vibrato, de legato passages zong hij met indrukwekkende gladheid.
    Hij werd geboren in Parma en studeerde bij Antonio De Cesari. Hij maakte zijn debuut in " Roberto Devreux " als Viadana in 1840. Hij had meer dan 7 jaar een internationale carrière in Frankrijk, Italië en Duitsland. In Parijs was hij Bothwell in de Parijse première van Louis Niedermeyer 's opera " Marie Stuart " aan het Theatre de l'Academie Royale de Musique tegenover de sopraan Rosine Stoltz en een jaar later terug aan haar zijde in Michael Balfe's " L'étoile de Seville " Gardoni werkte samen met Balfe die voor hem aria's componeerde aangepast aan zijn stem. De helderheid en de duidelijkheid van zijn klankorgaan werd bewonderd te Parijs.
    Gardoni bleef zijn ganse carrière door zingen te Parijs. Van 1847 tot 1874 zong hij regelmatig in Londen. Hij werd door Bejamin Lumley aangekocht te Parijs voor een bedrag van 60 000 frank voor her Majesty's Theatre. Zijn eerste optreden daar zou zijn in Donizetti's " La Favorita " en ook in dat zelfde jaar creëerde hij er Verdi's " I Mansnadieri " aan de zijde van Jenny Lind, Lablache en Filippo Coletti. Hij zou er nog vele belcanto opera's vertolken waaronder de bekendste " I Puritani, L'elisir d'amore, Robert le diable, La Somnambula " en nog vele anderen. Gardoni was niet alleen uitvoerder maar in de herfst van zijn carrière weidde hij zich ook aan de opleiding van zang. In 1869 publiceerde hij een reeks van 15 vocale oefeningen in zijn " 15 Vocalises calculées sur la formation moderne et le perfectionnement de l'art du Chant " Hij was dus ook een geliefd zangpedagoog. Gardoni trouwde met de dochter van bariton Antonio Tamburini en de sopraan Marietta Goja. Hij stierf te Parijs in 1882 op 61 jarige leeftijd.

  • Jenny Lind Zweedse nachtegaal

    Biografie.

    Geboren in Stockholm op 1820 en overleden in Malvern Wells op 2 november 1887 was een beroemde sopraan en stond bekend als de Zweedse nachtegaal.
    Ze studeerde muziek in de Zweedse hoofdstad Stockholm en maakte haar debuut in 1838 in de rol van Agatha in " Der Freischütz van Carl Maria von Weber. Een jaar later verhuisde ze naar Parijs om er studies aan te vatten bij Manuel Garcia die haar opleidde tot opera sopraan. In 1844 woonde ze in Berlijn waar ze werk zong van Giacomo Meyerbeer namelijk " Feldlager in Schlesien " Daarna keerde ze terug naar Zweden. Van 1845 tot 1849 zong ze in Londen waar ze ook werk van Verdi vertolkte. Ze zong Amalia in Verdi 's " I Masnadieri " op de wereldpremière ( 1847 ) van deze opera in het bijzijn van koningin Victoria en Prins Albert. In 1849 besliste ze nog enkel om concerten te zingen. In 1853 trouwde ze met Otto Goldschmidt. Ze ging op toernee door Amerika die ze succesvol afsloot in Boston. Ze keerde terug naar Europa in 1855 waar ze eerst nog verbleef in Duitsland en later in Londen. Ze stierf op 67 jarige leeftijd.

    Over het leven van deze legendarische sopraan zijn er twee biografische films gemaakt.
    1 ) 1930 - Jenny Lind " Alady's Morals " door Sidney Franklin, met in de hoofdrol Grace Moor en Wallace Berry.
    2 ) 1931 " Jenny Lind " door Arthur Robinson de Franse versie van Jenny Lind met alweer Grace Moor in de hoofdrol.

Luigi Lablache 1827

Italo Gardoni 1840

Italo Gardoni 1874

Jenny Lind 1840

Jenny Lind 1845